27 juni 2023, Anneke Boersma & Frank Mechielsen
Hoewel ze pronken met hun inspanningen voor het klimaat komen supermarkten nog niet genoeg in actie om de verkoop van vlees en zuivel te verminderen. Slechts één supermarkt laat zien dat bijna de helft van deze uitstoot veroorzaakt wordt door de verkoop van dierlijke producten. Dit is precies het gebied waar de meeste (klimaat)winst te behalen valt, maar alle supermarkten blijven stunten met vlees in de aanbieding.
Na Albert Heijn en Lidl heeft inmiddels ook Jumbo de totale uitstoot gerapporteerd. Hiermee wordt duidelijk dat tussen de 94 en 97% van de uitstoot wordt veroorzaakt in de keten. In 2021 bedroeg de totale uitstoot van broeikasgassen in de keten van Albert Heijn maar liefst 14,4 megaton, waarvan 97% toe te schrijven is aan ingekochte producten. 48% van deze uitstoot (7 megaton CO2eq.) komt voort uit de verkoop van dierlijke producten zoals vlees, vis, zuivel en eieren. Dit komt overeen met 4% van de totale Nederlandse uitstoot in 2021. Albert Heijn heeft eind 2022 een ambitieus klimaatdoel gesteld om in 2030 45% minder broeikasgassen uit te stoten vergeleken met 2020. Een snelle manier voor marktleider AH om dit te bereiken is om minder vlees en zuivel in de schappen te leggen.
Opvallend genoeg richten supermarkten hun communicatie over duurzaamheid voornamelijk op de kleine percentages uitstoot die veroorzaakt worden in de zogenaamde scope 1 en 2. Ze pronken met kreten als ’klimaat-neutrale bedrijfsvoering in 2030’ en laten trots hun energiezuinige distributiecentra zien op hun websites. Ze willen graag complimenten ontvangen voor bonnetjes van gerecycled papier. Maar waar ze niet graag de schijnwerpers op richten, is het feit dat van alle producten die ze aanbieden, vlees en zuivel de meeste uitstoot veroorzaken.
Het recente rapport van de klimaatorganisatie Feedback EU onthult hoe supermarkten zich bedienen van greenlighting en greenshifting, dezelfde greenwashing-tactieken die ook door de fossiele industrie worden gebruikt. Greenlighting is wanneer bedrijven zichzelf presenteren als ‘groen’ door de nadruk te leggen op kleine stappen richting duurzaamheid. Een typisch voorbeeld hiervan is het bejubelen van een pond gehakt dat verpakt is in minder plastic. Hoewel dit een kleine verbetering is, leidt het af van het feit dat de productie van vlees een veel grotere klimaatimpact heeft.
Daarnaast schuiven supermarkten de schuld en verantwoordelijkheid graag af op de consument, een tactiek genaamd greenshifting. Ze voeden het bestaande narratief dat de klant koning(in) is en bepaalt wat er in de schappen ligt. Dit wordt versterkt door de roep van overheden om betere labels en voedseleducatie. Echter, de invloed die supermarkten hebben op de voedselomgeving wordt sterk onderschat. Wat er in de schappen ligt, wat er in de folders staat en welke producten in de aanbieding zijn, beïnvloedt grotendeels het koopgedrag van klanten. Bovendien zorgen supermarkten met kwantumkorting voor overconsumptie en verspilling. Daarom is het van cruciaal belang dat supermarkten een grote rol op zich nemen om klanten te helpen duurzaam, gezond en meer plantaardig te eten.
Hoewel veel supermarkten beweren klanten te helpen door zich te richten op alternatieven voor vlees en zuivel, leidt het simpelweg toevoegen van meer vervangers niet automatisch tot een afname in de verkoop van vlees en zuivel. Bovendien is het essentieel om niet alleen de CO2e-uitstoot per product of kilo te verminderen, maar ook de absolute hoeveelheid CO2e. Helaas richten supermarkten en grote bedrijven zoals Friesland Campina en VION zich voornamelijk op het verminderen van de CO2e-uitstoot per eenheid product. Maar een vermindering van de CO2e-uitstoot per liter melk of kilo varkensvlees betekent niet automatisch dat er in absolute zin minder uitstoot is, omdat dit afhankelijk is van de totale melk -en vleesproductie.
Frank Mechielsen, directeur Feedback EU: “Het is hoog tijd dat supermarkten hun greenwashing-tactieken opgeven en daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen voor hun klimaatimpact. Ze moeten stoppen met het afwenden van de aandacht en zich richten op de grootste bron van uitstoot: de producten die ze verkopen en met name de verkoop van vlees en zuivel verminderen. Supermarkten hebben de macht en invloed om klanten te helpen bij het maken van duurzamere keuzes, zodat ze een positieve impact op het klimaat krijgen. De tijd om woorden om te zetten in daden is nu.”