Terug naar nieuws

Over en uit met oneerlijke handel!

Het huidige landbouw- en handelsbeleid van de EU vergroot de voedselonzekerheid, draagt bij aan wereldwijde ongelijkheid en gaat in tegen de eigen duurzaamheidsdoelen van de EU, zo blijkt uit ons nieuwe rapport, “Trading Away the Future? How the EU’s agri-trade policy is at odds with sustainability goals”.


Juist nú is het moment voor een kritische blik op het handelsbeleid. De recente verkiezingsuitslag in de Verenigde Staten maakt de kwetsbare positie van de EU opeens pijnlijk zichtbaar. Trump dreigt met nieuwe tarieven en handelsbeperkingen tegen Europa, waarmee duidelijk wordt hoe groot de risico’s zijn van de afhankelijkheid van de EU van derde landen voor haar eiwitvoorziening. Daarnaast tonen de recente boerenprotesten over de EU-Mercosur handelsovereenkomst aan dat er veel onzekerheid heerst over de gevolgen voor Nederlandse en Europese boeren door oneerlijke concurrentie. Bovendien staat het klimaat op het spel. De deal zal namelijk leiden tot ontbossing van tussen de 620,000 en 1,35 miljoen hectare grond in vijf jaar door een toename in rundvleesproductie in de Mercosur-landen


De EU is één van de belangrijkste spelers op het mondiale handelsveld en heeft daarmee grote invloed op de internationale handel in ons voedsel. Dit nieuwe rapport toont aan de hand van vijf belangrijke domeinen hoe het huidige EU-handelsbeleid duurzaamheidsdoelen tegenwerkt:


De klimaatcrisis: De veesector vormt een grote barrière voor de EU om aan de vereisten van het Parijsakkoord en de Europese Green Deal te voldoen. In de EU is de veehouderij verantwoordelijk voor 81-86% van de totale broeikasgasuitstoot van de landbouw. Deze sector wordt in stand gehouden door een overvloedige aanvoer van geïmporteerde soja. In 2022 importeerde de EU bijna 30 miljoen ton soja, wat neerkomt op 93% van het totale verbruik. Bijna al deze soja wordt gebruikt voor de productie van de 150 miljoen ton veevoer die nodig is om de Europese veehouderij te ondersteunen, waarmee het een aanjager is van massaproductie van vlees- en zuivelproducten.


Volksgezondheid: Hoewel de EU het gebruik van pesticiden op eigen grondgebied verbiedt, komen deze uiteindelijk wel op het bord van de Europese consument terecht. Soja is in Brazilië het gewas waarvoor de meeste pesticiden worden gebruikt en tegelijkertijd is Brazilië ook de hoofdleverancier van soja aan de EU. Een biomonitoringonderzoek uitgevoerd tussen 2014 en 2021 wees uit dat 84% van de monsters uit het lichaam van kinderen en volwassenen in vijf Europese landen resten van twee of meer pesticiden bevatte.


Voedselzekerheid en bestaanszekerheid van de Nederlandse en Europese boeren: Momenteel wordt een derde van de wereldwijd geproduceerde calorieën gebruikt om vee te voeden en is hiervoor driekwart van de wereldwijd bewerkte landbouwgrond nodig. De EU heeft een groot tekort aan plantaardige eiwitten vanwege de hoge vraag vanuit de veehouderij die niet binnen Europa zelf gevuld kan worden. Deze afhankelijkheid van import uit derde landen maakt de EU kwetsbaar voor natuurrampen, pandemieën en geopolitieke crises. Daarnaast zorgen goedkope importen van soja en andere producten voor een daling van de inkomsten van EU boeren, wat onvrede veroorzaakt en de invoering van cruciale milieubeleidsmaatregelen belemmert. Dit bleek ook uit het terugdraaien van ‘goede landbouw en milieuvoorwaarden’ in de Common Agriculture Policy (CAP) door de Commissie. Terwijl extreemrechtse partijen en landbouwlobby’s boerenprotesten misbruikten door te doen alsof deze uitsluitend gericht waren tegen de negatieve impact van “groen” beleid, blijkt de werkelijke oorzaak dat Europese boeren worden ondermijnd door bilaterale handelsakkoorden.


Mondiale rechtvaardigheid: Het handhaaft dubbele standaarden met een neokoloniaal karakter door het gebruik van pesticiden in het mondiale Zuiden en het in stand houden en aanwakkeren van landroof van lokale en inheemse gemeenschappen. Terwijl 84% van de EU-export aan Mercosur-landen bestaat uit diensten en hoogwaardige industriële goederen, bestaat 75% van de Mercosur-export aan de EU uit landbouwgoederen en mijnbouwproducten waarbij landgebruik, ontbossing en het gebruik van chemicaliën aan te pas komen. In sommige gevallen is het gebruik van deze giftige stoffen niet toegestaan in de EU zelf, maar worden ze wel geproduceerd en geëxporteerd door bedrijven gevestigd in de EU zoals Bayer, Syngenta en BASF. Tussen 2011 en 2021 werden er 29,000 pesticide vergiftigingen gemeld in Brazilië, de grootste soja voorziener van de EU.

Dierenwelzijn: Hoewel de EU zelf strenge regelgeving handhaaft rondom het houden van vee, transport en slachting, geldt deze niet voor geïmporteerd vlees. In Brazilië, de op-twee-na grootste exporteur van rundvlees worden er geen regelmatige controles uitgevoerd op het dierenwelzijn in slachthuizen en boerderijen. In Argentinië is een humane vorm van slachten zelfs niet verplicht. Toch blijkt er binnen de EU veel publieke steun te zijn voor strengere importregels: uit de Eurobarometer enquête 2023 bleek dat 93% van de Europese burgers vindt dat geïmporteerd vlees aan dezelfde dierenwelzijnstandaarden moeten voldoen als binnen de EU zelf.

Juist voor Nederland is er een belangrijke rol weggelegd om het handelsbeleid een duurzamere kant op te duwen en minder importafhankelijk te worden. Het is namelijk de tweede handelaar en verwerker van soja in de wereld waarvan het weer 89% exporteert. Verder is 93% van de geïmporteerde plantaardige eiwitten bestemd voor veevoer, waarvan uiteindelijk ook weer het grootste deel wordt gebruikt voor vlees-en zuivelexport.